SARIMANOKS EMERGENTE DETECTIVE BUREAU

  

Als je ergens heel erg naar op zoek bent…

   En dan vind je het …

  Maar zover is het nog niet. Ik ben nog niet verder gekomen dan Papa Tan. God, wat is dat een afschrikwekkend figuur! Beestachtig charmant en ijselijk to the point. Zijn enige vriendelijke gebaar was dat hij een selfie van Annelies liet zien. Op zijn mobiel.

   “Een selfie met Mandy, alweer een tijdje geleden. Sindsdien heb ik haar niet meer gezien.”

   De afbeelding kwam me vreemd bekend voor. De reflectie van de flits achter die koppen. Het onherkenbare gezicht naast haar.

   Verbaasd keken we elkaar aan. Hij omdat hij mijn verbazing niet begreep en ik omdat…

   Menselijke kwantumverstrengeling is een onthutsend verschijnsel!

 

 

 

Het was 11 uur ’s avonds toen Amanda met een enkele Bajans de heuvels langs de kust van Barbados beklom. Haar afspraak met de obeahman was om middernacht. De groep sjokte over een onverharde weg door pijlwortelvelden, met manden met broodvruchten, avocado’s en rum, die bedoeld waren als geschenk bij wijze van waardering. Er hing een zware duisternis die nergens werd verbroken door een lichtreclame of straatlantaarns. De branding, waarvan het onophoudelijke ritme overdag troost bood, klonk nu dreigend. Het was een maanloze nacht en het enige schijnsel, buiten de zaklampen van Amanda’s gezelschap, kwam van de flakkerende fakkels van de nachtvissers die met hun netten naar het strand afdaalden om hun eeuwenoude traditionele vistechnieken te bedrijven. Soldaatkrabben scharrelden knerpend langs het pad, eeuwig op weg tussen zee en bergtop, op zoek naar zoet water. In deze nachtelijke atmosfeer klonken hun slepende scharen als de schuifelende tred van een troep zombies. Het gezelschap baande zich een weg door een wirwar van wijnstokken en verwilderd suikerriet. De hut van de bushdokter leek geheel verlaten. Vlak voordat Amanda op de ongeverfde deur klopte wees iemand uit het gezelschap naar een pot waarin een schedel lag die gevuld was met zilveren munten om het kwaad op afstand te houden. Ze was bij het juiste adres. Hier zou haar de zin van het bestaan worden onthuld. Dit keer wist ze het zeker!

 

 

 

 

 

 

 (SARIMANOKS EMERGENTE DETECTIVE BUREAU)

 

Voor mijn ogen zweeft het panorama van een gladde zee met een leigrijze lucht erboven. Er komt storm. Vanaf het terras zie ik beneden mij een groepje Obeahjongens. Ik ken ze niet maar ik weet wie ze zijn. Zij is er ook bij. Ze komt naar me toe. Ik grijp haar hand. Ach, die volle lippen, die trotse mond… Ze rukt zich los. Met een spottend lachje neemt ze mijn bord met doradegraten en de lege rumfles mee.

   Ik geniet van mijn joint (die ik met niemand deel) en laat me niet van mijn stuk brengen.

   Hier was ik nog niet eerder geweest. Het terras van de Crazy Horse is een waardige plek gebleken om mijn laatste avondmaal op Barbados te nuttigen. In de verte zie ik de schijnwerpers van een vliegtuig dat op Grantley Adams gaat landen. Stel je voor, dat er morgen ineens geen vliegverkeer meer zou zijn. Dat ik de rest van mijn leven op dit eiland gevangen zit. Net als die Obeahjongens. Gevangen in een netwerk van bijgeloof en tripmiddelen (ik kan natuurlijk ook de boot nemen; vroeger kwamen hele volksstammen per schip hiernaartoe, maar dat was éénrichtingsverkeer).

   Papa Tan, de Obeahman, houdt zich schuil in de bush, buiten het oog van de wet die hem voortdurend op de hielen zit. Soms spreekt hij vreemde woorden die zelfs zijn vertrouwelingen niet begrijpen. Hij beheerst de kracht om dodelijke kwalen te verdrijven of om ze juist op te leggen. Hij staat een ieder bij die hem bevalt, arm, rijk, zwart en wit. Ik ben naar hem op zoek gegaan omdat hij de waarheid kent, daar twijfel ik niet aan. Maar het is bij die hallucinerende blik in de spiegel gebleven. Verder heeft hij me niet kunnen of willen helpen.

   “Yo must go look fo yo self, man!” Dat was het.