L & B: GOD         WEE JE GEBEENTE!

                                        

  

 

Gij hebt het kwade liever dan het goede, de leugen liever dan gerechtigheid te spreken? Gij hebt lief alle woorden van verslinding en een tong des bedrogs? God zal u afbreken in eeuwigheid. Hij zal u wegrapen en u uit de tent uitrukken. Hij zal u uitwortelen uit het land der levenden.

 

God heeft uit den hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of iemand zo verstandig ware die God zocht. Maar allen waren afgeweken, tezamen zijn zij stinkende geworden. Er is niemand meer die goed doet, nog niet één. Kennen die werkers der ongerechtigheid dan geen vrees, dat zij God niet aanroepen? Want God heeft hen verworpen, Hij heeft de beenderen desgenen die hem valselijk bespotten, verstrooid.

 

De goddeloze bedenkt listige aanslagen tegen den rechtvaardige en hij knerst over hem met zijn tanden. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten en zich verlustigen over grote vrede. De goddeloze loert op den rechtvaardige en zoekt hem te doden. Maar de Heere laat hem niet in zijn hand. De goddelozen hebben het zwaard getrokken om te slachten die oprecht van weg zijn. Maar hun zwaard zal in hunlieder eigen hart gaan.

 

En de rechtvaardigen zullen het zien en vrezen en zullen hem uitlachen, zeggende: “Ziet den man die God niet stelde tot Zijn Sterkte maar vertrouwde op de veelheid van zijn rijkdom. Zijn gebeente was gegroeid door onze zachtheid, nu is hij verworden tot het drek der aarde.”

 

  

 

Uit het 19e Bijbelboek PSALMEN