ICONOLOGICA

Als er weer water door de woestijn loopt*

  

 

Er gebeuren dingen in de wereld van zo’n immense omvang dat je je verbijsterd afvraagt waar het allemaal om gaat. Aan de ene kant bouwen mensen aan computersystemen die zo geavanceerd zijn dat je ze niet meer kunt hanteren en aan de andere kant staan mensen zich druk te maken over God. Enerzijds willen we onsterfelijk zijn en tegelijkertijd zijn we als de dood voor het eind der tijden. Wat is dat allemaal voor onzin?

   Er bestaat een eindeloze discrepantie tussen de normen en waarden, een soort Babylonische moraalverwarring. In alle talen spreken we van goed en kwaad. Wat is dat dan? Zoveel nette mensen overtuigd van hun gelijk, zoveel boze mensen geloven hun eigen waarheid, zoveel waanzin zonder rede en rechtvaardigheid.

   Het merendeel van de wereldbevolking heeft andere besognes. Huiselijk geweld, liefdesperikelen, schuldeisers, hongersnood. Amanda die wel eens een krant leest weet dat er meer is in de wereld. Maar dat boeit niet. Eigen wereld eerst. Rot op.

 

 

 

“Nu moeten je eens goed luisteren. Ik hou je in de gaten want hier klopt helemaal niets van. Ik zou hier niet eens moeten zijn. Ik zou op school moeten zitten, aan de andere kant van de oceaan. Maar je wil horen wat dit jonge ding eigenlijk te zeggen heeft. Schaam je!

   Je hebt mijn jeugddromen afgepakt. Met je lege woorden. En toch ben ik bevoorrecht. Mensen lijden. Mensen gaan dood. Hele ecosystemen storten in elkaar. We staan aan het begin van het massale uitsterven. Maar het enige waarover je praat is geld en sprookjes en altijd maar die economische groei. Wat bezielt je?!

   Al meer dan dertig jaar is de wetenschap kristalhelder…. Hoe durf je nog steeds weg te kijken en hier te komen zeggen dat je genoeg doet terwijl de noodzakelijke politieke actie nog steeds nergens is te zien. Je zegt dat je luistert en dat je snapt hoe belangrijk het is. Het spijt me maar daar geloof ik geen snars van. Want als je echt zou begrijpen waarom het gaat en toch niets doet, dan zou je echt slecht zijn. En dat geloof ik ook niet.

   Het voornemen om de uitstoot in tien jaar te halveren biedt maar 50% kans op minder dan 1½o opwarming met een risico op onomkeerbare kettingreacties die we niet in de hand hebben. Misschien vind je dat een aanvaardbaar risico. Maar die getallen zeggen niets over omslagpunten, feedbacklussen, extra opwarming verborgen door giftige luchtvervuiling of de aspecten van klimaatrechtvaardigheid. Ook wordt er op gerekend dat mijn generatie honderden miljarden tonnen CO2 uit de lucht zuigt met technologieën die nog niet eens bestaan. Een risico van 50% is dus gewoonweg niet aanvaardbaar voor degenen die met de gevolgen moeten leven.

   Om een kans van 67% te hebben om onder een temperatuurstijging van 1½o te blijven – de beste kans die het IPCC noemt – kon er wereldwijd 420 gigaton CO2 worden uitgestoten. Dat gold voor 1 januari 2018. Vandaag [23 september 2019] is dat cijfer al gedaald tot minder dan 350 gigaton.

   Hoe durf je te doen alsof dit kan worden opgelost met ‘business as usual’ en een paar technische ideetjes? Met de huidige emissieniveaus is dat resterende CO2-budget in minder dan 8½ jaar volledig verdwenen. Er zullen hier vandaag geen oplossingen of plannen worden gepresenteerd die in overeenstemming zijn met deze cijfers, want deze cijfers te onverkwikkelijk. En jij bent nog niet te onvolwassen volwassen om de waarheid onder ogen te zien.

   Je laat de kinderen barsten, maar krijgen door dat ze verraden zijn. Alle toekomstige generaties hebben hun ogen op je gericht. En als je ervoor kiest om ons in de steek te laten, zeg ik: We zullen je nooit vergeven. We laten je hier niet mee wegkomen. Hier en nu, is waar we de grens trekken. De wereld wordt wakker. En gaat iets veranderen, of je het leuk vindt of niet.”

Greta Thunberg full speech at UN Climate Change COP24 Conference  

 

 

 

Ik heb het gevonden! De zin van het bestaan ís het bestaan. De waarheid is ook maar een mening, die ziet er voor iedereen anders uit. Waar het om gaat is dat je erin gelooft. En het naar je zin hebt.

   Voor het eerst van mijn leven heb ik een plekje helemaal voor mezelf. Het is een eenvoudig hutje maar meer heb ik niet nodig om te slapen en eten te koken, ik ben haast altijd buiten. Het is hier langs de Atlantische kust zó prachtig. De mensen hier zijn tevreden met wat ze hebben. En dat is minder dan wat ik heb want de meesten hebben niet eens een mobiel of een tablet. Het gekke is dat ze blank zijn, nou ja, rossig. Ze worden redlegs genoemd of baccra. Iedereen is stokoud want voor de kinderen valt hier niets te beleven. Mijn huisje is jaren bewoond geweest door zo’n familie. Met zijn zessen in twee kamertjes. Ik hen wel even moeten ploeteren want het stond al een tijdje leeg. Maar nu voorlopig niet meer.

   Vlakbij woont een kerel, wel een zwarte, die een oogje op me heeft. Hij brengt me elke dag een vis die hij heeft gevangen. Maar ik blijf hier voorlopig lekker op mezelf, aan mijn lijf geen polonaise meer, ik wil mezelf bewijzen dat ik een serieus meisje ben. Helemaal alleen ben ik nooit. Als ik wil kan ik met de hele wereld webbelen. Ik heb alleen niet zoveel geld meer. Misschien kan ik een stukje schrijven over de mensen die hier wonen. Daar is vast wel iemand in geïnteresseerd.

 

 

 

Onderwerp je, doe wat je gezegd wordt, maak je niet druk om geld en goederen.

Wees loyaal aan de machthebbers, mijn zoon, want macht is een geschenk van God.

Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Leef zoals het hoort, als een heilige kluizenaar. Eet niet teveel, je hebt maar weinig nodig, voor je het weet heb je alles wat je begeert. Eerst nog plaatsvervangend maar al gauw gevolmachtigd procureur, lid van de commies, handjeklap met de oligarchen. Ik ben een patriot, helemaal uit Khabarovsk en ik wil hier mijn zaken doen, niet in Europa waar ze homo’s hebben, maar hier in moeder Rusland, mijn vaderland, mijn woonplaats. Rusland is Europa niet

Onderwerp je, doe wat je gezegd wordt, maak je niet druk om geld en goederen.

Wees loyaal aan de machthebbers, mijn zoon, want macht is een geschenk van God.

Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Natuurlijk is het leuk om op vakantie te gaan, in Griekenland of in Nice, al kun je maar beter niet naar de Krim gaan, daar zijn te veel stroomstoringen en problemen. Maar als je vraagt waar ik liever mijn zaakjes regel, hier of over de grens, dan moet ik bekennen dat ik verknocht ben aan het goeie ouwe Russische zakendoen: eerst word je door de politie gearresteerd en meegenomen voor verhoor, vervolgens lijkt het net of je een ongeluk hebt gehad en beland je als visvoer in een sloot.

We stoppen iedereen die je maar wilt zonder eerst dood te maken onder de zoden, we sluiten alle slimmeriken op met een baantje in het cachot.

We zorgen voor onze eigen homo’s, weet je wel. Vriendschap, maat, is heilig hier. Klets niet, maat, we krijgen je reet wel schoongeveegd. We begraven iedereen die teveel praat zonder eerst dood te maken. Iedereen die maar wat rondneukt krijgt de tijd van zijn leven, in de gevangenis. Ik denk niet dat Navalny of Pavlenski je ooit nog zullen lastigvallen, Vladimir.

Onderwerp je, doe wat je gezegd wordt, maak je niet druk om geld en goederen.

Wees loyaal aan de machthebbers, mijn zoon, want macht is een geschenk van God.

Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Neem nou die directeur van de scheepswerven in Irkoetsk. Hij kwam niet op voor onze belangen. Die directeur wilde niet verkopen of geld betalen, maar de Grote Leider heeft voor alles een oplossing: een garage, een krukje, een stuk touw, ’s avonds laat.

Heimelijk maken we de directeur duidelijk waar het om gaat. Onze jongens krijgen medailles omgehangen terwijl die arme kerel een strop krijgt en wordt opgehangen.

Mijn zoon, je wilde geen boom met de kerst, je wilde liever een zoutmijn. Familie is alles, zegt de priester, de priester heeft gesproken, amen. Maak je geen zorgen, zoonlief, we sluiten iedereen op die ons naar de kroon steekt, mijn zoon. Je krijgt je bouwstenen, je schepen en je zoutmijn. Ik ben een man van mijn woord. Ik heb je beloofd dat ik voor alles voor zou zorgen.

Onderwerp je, doe wat je gezegd wordt, maak je niet druk om geld en goederen.

Wil je wegkomen met moord? - wees loyaal aan je baas.

Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Maar nu je het vraagt… Is dit wel het juiste moment voor Rusland om uit te breiden en andere lan-den binnen te vallen? Je kunt maar beter geloven dat het zo is, hoe meer we van Rusland krijgen hoe meer we in de melk hebben te brokkelen. Ik ben een patriot. En ik kies ervoor hier zaken te doen en niet in Europa waar ze homo’s hebben, maar hier in moeder Rusland waar ik woon. En als we gaan moorden en stelen kies ik altijd de kant van mijn vaderland want morden en stelen doe ik hier ook. We zullen hulp krijgen van de jaknikkers en hielenlikkers in Kaluga en Khbarovsk. Onze bevriende moordenaars Tsapok en Tsepovyas steunen ons in Krasnodar in het zuiden. Wat we hier hebben is niet te vergelijken met wat ze in Zwitserland hebben. Ik voer hier strijd om corruptie uit te roeien, of, liever gezegd, ik voer de corruptie hier uit. Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot. Maar ik zou ook in Zwitserland kunnen wonen.

En jongen, als je je zorgen maakt over de materiële zaken in het leven, wees dan voor altijd loyaal aan Poetin, mijn zoon. Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Onderwerp je, doe wat je gezegd wordt, maak je niet druk om geld en goederen.

Wil je wegkomen met moord? Wees loyaal aan je baas.

Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Onderwerp je, doe wat je gezegd wordt, maak je niet druk om geld en goederen.

Wil je wegkomen met moord? Wees loyaal aan je baas.

Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Wees nederig, leer gehoorzamen, zorg voor je materiële zaken.

Wil je wegkomen met moord? Wees loyaal aan de baas.

Ik hou van Rusland. Ik ben een patriot.

Rusland is Europa niet.

Pussy Riot – Чайка (zeemeeuw)* 

  

 

 

Het bruto nationaal inkomen van Barbados wordt flink opgetrokken door de rijke eigenaren van exclusieve strandresorts en bewoners van zomerpaleisjes, veelal Oost-Europese miljardairs en Westerse popidolen. De bewoners van de zelf opgetrokken bouwsels, de redlegs, de nolegs en nodough’s, hadden officieel geen cent te makken.

   In het piepkleine huisje aan de oostzijde van het stulpje, waar Amanda een eerste openingszin in de steigers zette, onderwijl steelse blikken werpend door het kapotte venster dat uitkeek op het erf van de buren, woonde het kinderrijke gezin dat model zou staan voor een impressie van Barbadiaanse folklore. Ze kon de armoede ruiken, hoe goed Eileen dagelijks het pad ook veegde. Of misschien was het juist daardóór. Haar immer rondscharrelende koters waren altijd op zoek naar onbestemde schatten tussen de vijgendistels en sojaplanten – de laatste leden aan achterstallig onderhoud maar de eiwitrijke bonen zouden goed zijn tegen diabetes. Drie van Eileen’s kinderen én zijzelf leden aan suikerziekte. Haar ogen waren schrikbarend achteruitgegaan maar ze kon gelukkig nog voldoende zien om het pad te vegen. Haar broer was er heel wat erger aan toe. Sinds Keelan’s rechterbeen geamputeerd was had ze hem liefdevol opgenomen in haar kleine huisje waar al enige tijd een volwassen man ontbrak. Haar vroegere echtgenoot Jason was jaren geleden uitgevaren – de zee had hem nooit meer laten gaan – en haar oudste, Daniel, was ze verloren aan Obeah. Soms hoorde ze hun stemmen. Daniel zat dan te drinken bij de vissers terwijl ze zelf langs het strand liep en luisterde naar de zee, wandelend langs de rand van de wereld.

   Vanaf de dag dat Amanda haar woninkje betrok werd ze verrast door de bijzondere humor van de teenage twins David en Dughall. Ze had zich nog maar net geïnstalleerd op het bankje onder haar raam of David kwam vragen of hij haar tuintje mocht doen. Ze wist niet precies wat dat inhield maar het leek haar een goed idee. Even later kwam Dughall en begon zijn broer uit te schelden dat hij een slapjanus was en slavenwerk verrichtte. Toen het schelden in een handgemeen overging kwam Amanda geschrokken tussenbeide, waarop de jongens zich op de grond lieten vallen en het uitgierden van de pret. Dat soort ‘geintjes’ haalden ze geregeld uit. Zelfs hun namen zette je op het verkeerde been. Dughall had de loverboy Afrolook van zijn vader en volgens Eireen had David háár rossige sproetenkop.

   Schoolgaan behoorde niet tot hun favoriete bezigheden – ze haalden liever ouderwets kattenkwaad uit – maar ze hadden wel leren lezen en rekenen. Als je wat geleerd had kon je een baantje krijgen en als je een baantje had kon je geld verdienen. Of je werd oplichter, afzetter, inbreker of overheidsfunctionaris. De teenage twins hadden een beter idee. Dugall liet zich onverwacht voor de wielen vallen als Ted Kellner, broer van de Tsjechische vastgoedmagnaat, met zijn Ferrari GTO voorzichtig (maar niet voorzichtig genoeg) over Paradise Beach laveerde. Waarop David verontwaardigd tevoorschijn schoot: hij had alles gefilmd; die patser had alleen oog voor de zee gehad! En meer van zulke aantijgingen, terwijl het slachtoffer lag te kermen in het zand. Beducht voor de Barbadiaanse advocatuur en internationale pers waren schimmige sjacheraars snel bereid tot een schadevergoeding. Voor hen een fooi, voor Eileen en haar gezin een maand relatieve luxe. Kellner mocht dan een paleisje bezitten, aan publiciteit had hij een broertje dood. Schatrijke investeerders verklaarden stukjes eiland tot hun eigen Shangri-La maar dat wilde niet zeggen dat ze ook de Barbadiaanse eigenwaarde konden opslokken.

 

 

 

Kan de aarde worden opgeslokt door een zwart gat? Van asteroïden die hele ecosystemen kunnen vernietigen (waardoor destijds de dino’s verdwenen) tot gammaflitsen en supernova’s die al het leven op aarde zouden kunnen uitroeien: het heelal beschikt over krachten die onze kleine planeet compleet overhoop kunnen halen. Maar er is iets in de ruimte met een nog angstaanjagender kracht, iets dat alles zou uitwissen wat alleen maar in de buurt komt. Zou de aarde kunnen worden opgeslokt door een zwart gat?

   Een zwart gat is een object met zo’n grote dichtheid dat ruimte en tijd eromheen onvermijdelijk zijn veranderd, de ruimtetijd is er kromgetrokken tot een oneindig zinkgat. Niets, zelfs geen licht, kan snel genoeg bewegen om aan de zwaartekracht van een zwart gat te ontsnappen als het eenmaal voorbij een bepaalde grens, de waarnemingshorizon, is genaderd. Een zwart gat is als een kosmische stofzuiger met oneindige capaciteit, die alles op zijn weg opschrokt en niets laat ontsnappen.

   Om te bepalen of een zwart gat de aarde zou kunnen opslokken, moeten we eerst uitzoeken waar ze zich in het heelal bevinden. Maar je kunt ze niet zien. Hoe kun je ze dan vinden? Gelukkig zijn we in staat om hun invloed op de ruimte eromheen te observeren. Als een brok materie een zwart gat nadert, krijgt het door de immense zwaartekracht een hoge snelheid. Daardoor gaat die materie heel veel extra licht uitstralen. En bij lichamen die te ver weg zijn om te worden aangezogen, heeft de enorme zwaartekracht nog wel invloed op hun beweging. Als we een aantal sterren een baan zien beschrijven rondom een ogenschijnlijk leeg punt, zou dat weleens een zwart gat kunnen zijn. Evenzo wordt licht dat rakelings langs een waarnemingshorizon gaat afgebogen door een zogenaamde gravitatielens.

   Het merendeel van de zwarte gaten die we hebben gevonden, worden ingedeeld in twee hoofdtypen. De kleinere oftewel stellaire zwarte gaten hebben een massa tot 100 keer groter dan die van onze zon. Ze worden gevormd als een massieve ster alle nucleaire brandstof heeft verbruikt en haar kern instort. We hebben een aantal van deze objecten waargenomen op slechts 3000 lichtjaar van ons vandaan en er kunnen wel 100 miljoen kleine zwarte gaten alleen al in onze Melkweg bestaan.

   Moeten we ons zorgen maken? Waarschijnlijk niet. Ondanks hun grote massa hebben stellaire zwarte gaten slechts een straal van ongeveer 300 km of minder, waardoor de kans op een voltreffer zeer klein is. Maar omdat hun zwaartekrachtvelden over grote afstand van invloed kunnen zijn op een planeet , kunnen ze zelfs zonder directe botsing gevaarlijk zijn. Als een typisch stellair zwart gat in de buurt van Neptunus zou komen, zou de baan van de Aarde aanzienlijk worden gewijzigd. Met alle ernstige gevolgen van dien. Maar door de combinatie van hun geringe afmeting en de grootte van het heelal, hoeven we ons niet echt zorgen te maken over stellaire zwarte gaten.

   Er is echter nog een tweede type: de superzware zwarte gaten. Die hebben een massa die miljoenen of miljarden malen groter is dan die van onze zon en ze hebben een waarnemingshorizon die miljarden kilometers kan overspannen. Deze reuzen zijn uitgegroeid tot enorme proporties door het opslokken van materie en het fuseren met andere zwarte gaten. In tegenstelling tot hun stellaire neven dwalen superzware zwarte gaten niet door de ruimte. Integendeel, ze liggen in het centrum van sterrenstelsels, ook in dat van ons.

   Ons zonnestelsel zit in een stabiele baan rond een superzwaar zwart gat dat zich in het midden van de Melkweg bevindt, op een veilige afstand van 25.000 lichtjaar. Maar dat kan veranderen. Als onze Melkweg botst met een ander sterrenstelsel kan de aarde in de richting van het galactische centrum worden geworpen, dicht genoeg bij het superzware zwarte gat om uiteindelijk te worden opgeslokt. In feite staat er over 4 miljard jaar een botsing met de Andromedanevel op het programma en dat kan slecht nieuws zijn voor onze planeet.

   Maar bedenk wel dat zwarte gaten niet alleen maar vernietiging veroorzaken. Ze speelden een cruciale rol in het ontstaan van sterrenstelsels, de bouwstenen van ons universum. Geenszins schimmige personages in een kosmische drama. Integendeel. Zwarte gaten leveren een fundamentele bijdrage om van het universum een schitterende en wonderbaarlijke plek te maken.

Fabio Pacucci’s TED-Ed Kan de aarde worden opgeslokt door een zwart gat?

 

 

 

Haar onafhankelijke leventje beviel Amanda goed. De innerlijke verandering die ze had voelen aankomen was voltooid, haar hang naar avontuur en angst voor eenzaamheid waren verdwenen. Na een wandeling langs het strand en een potje domino met Eileen ging ze naar haar werk, als serveerster in de Crazy Horse. Ooit befaamd als een hoerenkot genaamd Horny Stallion besloot een nieuwe eigenaar het imago meer toe te snijden op dagjesmensen. Het enige wat nog herinnerde aan vroeger was het imponerende schilderij van een steigerend paard. Sommige klanten vonden de verwilderde oogopslag van het dier zo angstaanjagend dat het hen de eetlust ontnam maar dat was onvoldoende reden voor de eigenaar om het te verwijderen. Hij hield meer van kunst dan van omzet. Dat was één van de eigenschappen die Amanda waardeerde in de overigens nogal opvliegende Alejandro.

   Hij heeft zoveel drift, zoveel hartstocht. Een echte kunstenaar.

   Amanda was zo tevreden met haar leven dat ze Eileen wilde ontlasten door zich over David en Dughall te ontfermen. Ze had de jongens uitgelegd hoe ze haar tablet en iPhone konden gebruiken en ze een zoekopdracht gegeven die ze wel even bezig zou houden.

   “Waar komen jullie vandaan?”

   “We waren Archie helpen met z’n netten… we mogen straks mee in z’n boot…”

   “Nee, ik bedoel, waar komen jullie vandaan, hier op aarde?”

   “Eh, uit de buik van Eileen?” probeerde David; “Uit Jason’s piemel,” grijnsde Dughall baldadig.

   “Gaan jullie maar eens uitzoeken waar de mensen op de wereld denken dat ze allemaal vandaan komen. Ik ga aan het werk en ik ben benieuwd wat jullie gevonden hebben als ik terugkom.”

 

 

In de Crazy Horse vergat ze onmiddellijk elke gedachte aan de zoekopdracht die ze de tweeling had gegeven toen bleek dat het schilderij was verdwenen. Het was weliswaar geen Stubbs maar het verlies van de wanddecoratie ging Alejandro meer aan het hart dan de weerzin die de afbeelding soms wekte onder zijn klandizie. Het nieuws ging als een lopend vuurtje maar niemand had een tip waarmee de ingeschakelde opsporingsambtenaar uit de voeten kon. Zijn speurwerk belandde binnen afzienbare tijd in een bureaula.

   Een zoektocht naar onze oorsprong kwam Amanda nu wel wat futiel voor. Ze had alleen nog aandacht voor de opgewonden maar ongefundeerde verdachtmakingen van de vaste klanten en de geagiteerde Alejandro die ze vooral geen extra reden tot ergernis wilde geven. Ze wilde hem alleen maar troosten. Aan het eind van de dag was ze kapot en thuisgekomen viel ze uitgeput op haar bed.

   Pas de volgende ochtend herinnerde ze zich de opdracht doordat David haar een soort van brief kwam brengen.

   “Ik heb een samenvatting gemaakt van wat we gevonden hebben. De meeste mensen denken trouwens niet echt, ze praten maar wat na, volgens mij. Maar ik heb een paar hoofdlijnen gevonden.”

   Verbouwereerd verplaatste Amanda haar blikken van David naar het epistel dat hij haar overhandigde. Ze wist dat de jongens meer in zich hadden dan het lokale schooltje tevoorschijn zou brengen maar dit overtrof haar verwachting. 

  

    

 

Wereldwijd is het grootste deel van de mensheid (> 80%) ervan overtuigd dat we door de Almachtige werden geschapen. Daarvan is 30% volgeling van de Paus, 24% gelooft in de Allah en 15% noemt zich hindoestaan. De rest is aanhanger van een of ander volksgeloof. Strikt genomen zijn het creationisten.

 

De rest (<20%) beschouwt zichzelf als naturalist, dat wil zeggen dat ze vinden dat er voldoende wetenschappelijke grond is voor het bestaan van evolutie. Dat betekent niet dat ze het bestaan van een god afwijzen. Minder dan 2% noemt zichzelf atheïst en die zijn vooral te vinden in China (nog altijd goed voor bijna 30 miljoen mensen), maar darwinisme is daar (nog) niet populair. Het is opmerkelijk dat het minst religieuze land (China) bijna grenst aan het meest religieuze (Thailand).

 

Ongeveer 10% van de wereldbevolking zegt agnost te zijn. Volgens hen is er zowel sprake van evolutie als van een Eerste Beweger. Een deel (god mag weten hoe groot) gelooft dat alleen de mens het product is van een goddelijke schepping.        

Bron o.a.  www.pewforum.org

 

 

“Volgens Dughall hangt dat schilderij uit de Crazy Horse trouwens bij Kellner. Hij heeft ‘m er zelf opgehangen. Tussen z’n andere racetrofeeën.”

   En weg was-ie weer, Amanda overlatend aan een mengeling van verwonderde trots en weifelende onrust. Die ‘brief’ was misschien helemaal niet door de jongens zelf geschreven maar ze hadden wel hun best gedaan om iets te vinden. En die verdachtmaking van Dughall, moest ze daarmee naar de politie gaan? Die zou ongetwijfeld de tweeling zélf iets onbetamelijks in de schoenen schuiven. Nee, de waarheid en de werkelijkheid waren niet zomaar hetzelfde. Ergens klopte er iets niet, ergens werd alles ambigu.  

 

 

 

 

 

De intellectuele strijd tegen het darwinisme

Mensen met onvoldoende kennis van darwinisme of die nalaten voldoende diep na te denken over de materialistische ideologie ervan, zijn zich mogelijk nog niet bewust van de gevaren die het stelt. Omdat ze er zich niet van bewust zijn tot welke vreselijke sociale en morele rampen de theorie van evolutie geleid heeft sedert ze eerst voorgesteld werd, kunnen ze mogelijk het vitaal belang niet bevatten van de strijd tegen het darwinisme, dat het bestaan en de eenheid van God ontkent alsook het feit dat menselijke wezens een verantwoordelijkheid hebben tegenover onze Heer. Feit is, echter, dat de darwinistische ideologie de fundering legt voor een vreselijke ondergang door te suggereren dat menselijke wezens het resultaat zijn van blind toeval en hoogstens een soort van dieren zijn. Ze bekijkt het leven als een strijdtoneel waarin de zwakken gedoemd zijn tot onderdrukking en verslagenheid, en beweert dat enkel de sterken zullen overleven. Dit is waarom de intellectuele strijd tegen darwinisme zo vitaal en zo dringend is - en waarom het een grote vergissing is deze strijd als "onnodig" of "onbelangrijk" te bestempelen. (...) Door de irrationele en onwetenschappelijke indoctrinatie van darwinisme, worden kinderen van een zeer vroege leeftijd geleid op een pad dat vaak zal eindigen in lijden en onderdrukking. De scholen, hogescholen en universiteiten hebben jonge mensen bedrogen door te denken dat de Mens een geavanceerd soort dier is, dat de wet van de jungle heerst zelfs in beschaafde samenlevingen, dat de sterken altijd gelijk hebben en de zwakken zullen onderdrukken, en dat het leven een strijd om te overleven is. Dit is, begrijpelijk, de oorzaak van grote problemen in samenlevingen waarin zij opgroeien. Het darwinistisch systeem voedt, ver van menselijke liefde, generaties op die wreed, agressief en egoïstisch zijn en die geen belang hechten aan morele waarden. Als gevolg daarvan, kampen veel landen met grote problemen van de kant van hun eigen burgers. Hooligans, neonazi's, fascisten, communisten, anarchisten en terroristen maken deze naties ondraaglijk om in te leven. Hoewel hun regeringen zich perfect bewust zijn van de wortel van dit probleem, ontbreekt het hen aan kracht om de zaken in orde te brengen.

Uit: The Intellectual Struggle Against Darwinism van Harun Yahya

Vertaald door Linda Bogaert  

 

 

 

Over haar tweeling hoefde Eileen niet in te zitten. Die zorgde er wel voor om goed terecht te komen, die kwamen er wel, daar twijfelde Amanda niet aan. De gedachte aan het gemak waarmee de jongens hun toekomst tegemoet gingen was zowel hoopvol als verontrustend. Omdat de teenage twins op haar laptop hadden gelezen dat het koraaleiland Barbados tegen het einde van de eeuw grotendeels onder water zou verdwijnen (Bridgetown ligt nog geen tien meter boven zeeniveau), maakten ze nu al plannen om, zodra de gelegenheid zich voordeed, naar Zuid Amerika te gaan. Waar zo’n toekomstbeeld al niet toe leidde. Met terugwerkende kracht. Amanda had het gevoel dat wat nog komen moest bepalend was voor haar handelen nu. Ze opende haar laptop. 

 

 

Het knipperende icoontje van ontvangen email liet haar aanvankelijk koud, tot ze plotseling een naam zag die als een eruptie uit een, naar zij vermoed had, voorbij verleden op haar netvlies spatte.

 

 

  

   ANNELIES           @Mandalisa  

 

 

 

Ik kom naar Barbados. Zie je daar. Hou van je.

 

 

Wat is dit?! Juist nu ik mijn aandacht wilde richten op de toekomst komt het verleden aan mijn deurtje rammelen. Annelies! Dat ze me nog weet te vinden. Daar word ik helemaal week van…

   Ze dacht terug aan haar tijd in Leiden. De drugs, de seks, de rock & roll. Wat was er van iedereen geworden?

   Eigenlijk heb ik vroeger veel te weinig rekening gehouden met wat anderen belangrijk vonden. Altijd alleen maar aan mezelf gedacht. Wat een afschuwelijke egoïst ben ik geweest. Wat voor beeld moet men wel niet van mij gehad hebben? Wat voor toekomstbeeld zou ik van mezelf gehad hebben? Vast niet van de zorgzame juffer in haar hutje tussen de redlegs.

   Gniffelend startte ze haar tekstverwerker om verder te werken aan haar verhaal over de baccra. Wat de tweeling kon moest haar toch zeker ook lukken. Bovendien had ze al heel wat verschillende mensen op dit eiland leren kennen. Die hadden haar stuk voor stuk hun eigen vooringenomen mening gegeven. Daar moest ze toch iets geks van kunnen brijen?!

   Terwijl ze fantaseerde over belevenissen en ontmoetingen stuitte ze geregeld op een hinderlijk gebrek aan kennis over wat ze trachtte te schrijven en dat probeerde ze te compenseren met behulp van een zoekprogramma. Helaas leidde dat haar nogal af omdat er achter die programma’s een wereld van wetenswaardigheden schuil ging. Bijvoorbeeld of het een ordinaire vink was die ze wel eens door de tuin zag hippen, of een dikkopje dat alleen op Barbados voorkwam (Loxigilla barbadensis). Soms kwam ze dingen tegen die er helemaal niet toe deden. Welke popster was familie van Eileen, was dat A$AP Rocky of Rihanna? De naam Barbados verwees naar planten met een baard (luchtwortels). Het leek wel of de specifieke lucht die in het huisje hing een onbedwingbaar verlangen opriep om ergens achter te komen, het maakte haar niet uit wat. Onzin natuurlijk, maar toch. Was het de vage geur van carbolineum waarmee de houten constructie ooit behandeld was? Of de Obeah-klok die stamde uit een vroeger leven? In plaats van naalden stak ze er wierookstokjes in (Boswellia). Een ritueel dat Zuid Amerikaanse sjamanen gebruikten om in trance te raken en de toekomst te voorspellen, herinnerde ze zich, terwijl ze diep inademde.

   De toekomst. Wat had de toekomst in petto (Italiaans: in de borst)? Lag-ie in het ver-schiet of kwam-ie plotseling voorbij, zoals in de Griekse tragedies? Eigenlijk was de tijd even onbegrijpelijk als de zin van het bestaan. Waarom zijn we op aarde? Als je die vraag losliet op een willekeurig zoekprogramma zou dat eigenlijk op tilt moeten slaan maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan spuide het internet maar 4 miljoen antwoorden. Ze probeerde een lijn te ontdekken

        - Om God te dienen

        - Om iets nieuws te scheppen (wat er nog niet is maar wel hoort te zijn)

        - Er is geen doel

        - Om bewust te worden van wie je zelf bent

        - Het geheel is meer dan de som der delen; er bestaat geen mechanistisch antwoord

        - Om iets nieuws te ontdekken

        - Het antwoord is diep persoonlijk

        - Er is geen rede voor het bestaan, anders dan het bestaan zelf

        - Zin is iets dat je zelf aan de dingen toekent

        - Waarover wij kennis kunnen hebben geschied door onze eigen wil; wat wij niet kunnen kennen komt door de wil van God

        - Alles gebeurt met een reden, zonder uitgestippeld plan

        - enz. enz.

   Of was het soms omdat een bepaalde onterechte, aangeleerde hoogmoed ons afleidt van onze oorspronkelijke intentie: de omgeving verkennen, het landschap beschouwen en althans trachten te ontdekken, zo niet waaróm we op aarde neergepoot zijn, dan toch tenminste wáár (Annie Dillard in De Overvloed). Dat was wel zoals haar verblijf hier op Barbados beleefde. Híér was ze terecht gekomen en dat was vast geen toeval. Amanda besefte dat het stellen van de vraag een nutteloze aangelegenheid was, wat natuurlijk niet betekende dat het antwoord dat ook was. Zelf heb ik die vraag allang beantwoord….. Toch?

   Dromerig besloot ze dat de poëtische benadering van Dillard haar als voorbeeld kon dienen bij het schrijven over haar verkenningen op het eiland dat ooit het centrum was geweest van de Afrikaanse slavenhandel – zonder welke er nauwelijks zwarte mensen in de Nieuwe Wereld zouden wonen en ze wellicht als exoten zouden worden gezien – en dat binnenkort onder de zeespiegel dreigde te verdwijnen.

 

 

 

 

Back to the future

Toen ik opgroeide als kind was de toekomst zo'n beetje het jaar 2000 en mensen spraken over wat er in het jaar 2000 zou gebeuren. Nu is hier een conferentie waar mensen praten over de toekomst en dan zie je dat de toekomst nog steeds het jaar 2000 is [het is nu 1994]. Dat is zover als we kijken. Met andere woorden: de toekomst is min of meer gekrompen met één jaar per jaar [gelach] gedurende mijn hele leven. [Gelach] Ik denk dat de reden is dat we allemaal voelen dat er iets gaande is. Die transitie is gaande. We kunnen het allemaal voelen. En we weten dat het gewoon zinloos is om 30, 50 jaar vooruit te denken omdat alles zo anders gaat zijn dat een simpele extrapolatie van wat we doen simpelweg onzinnig lijkt.

   Ik wil het hebben over wat zou kunnen zijn, door wat voor soort transitie we gaan. Om dat te doen moet ik het hebben over wat dingen die niets te maken hebben met technologie en computers. De enige manier om dit te begrijpen is om achteruit te stappen en een lange-termijnblik te werpen op de dingen. De tijdschaal waarop ik dat zou willen doen is de tijdschaal van leven op Aarde. Ik denk dat dit beeld zinnig is als je enkele miljarden jaren overziet.

   Als je ongeveer 2½ miljard jaar teruggaat, was de Aarde een grote, steriele brok steen waar een groot aantal chemicaliën op vloeiden. Als je kijkt naar de manier waarop die chemicaliën zich organiseerden -- we beginnen daar een goed beeld van te krijgen. Ik denk dat er theorieën zijn die beginnen te begrijpen hoe het begon met RNA, maar ik vertel de eenvoudige versie. Destijds waren er kleine druppels olie die zich bewogen met allerlei verschillende samenstellingen van chemicaliën daarin. Sommige van die druppels olie hadden een bijzondere combinatie van chemicaliën die ervoor zorgde dat ze chemicaliën van buiten opnamen zodat de oliedruppels groeiden. De druppels die zo waren, begonnen zich te delen. Dit waren de meest primitieve vormen van cellen, deze kleine oliedruppels.

   Maar deze oliedruppels leefden niet echt, want ieder van hen was een willekeurige verzameling chemicaliën. Elke keer dat ze zich splitsten kreeg je een ongelijke verdeling van chemicaliën binnen hen. Dus elke druppel was een beetje anders. De druppels die anders waren, zodanig dat ze beter waren in het opnemen van chemicaliën rondom hen, groeiden meer en namen meer chemicaliën op en splitsten meer. Dus doorgaans leefden zij langer, en waren meer vertegenwoordigd.

   Nu is dit nog maar een eenvoudige chemische levensvorm, maar het werd interessant toen deze druppels een abstracte truc leerden. We begrijpen niet echt hoe, maar deze druppels leerden informatie noteren. Ze leerden de informatie die het recept van de cel inhield, noteren op een speciaal soort chemische stof genaamd DNA. Met andere woorden: ze ontdekten op deze gedachteloze evolutionaire manier, een schrijfstijl waarmee ze konden optekenen wat ze waren, zodat die manier van noteren kon worden gekopieerd. Verbazingwekkend is dat deze notatiewijze hetzelfde lijkt te zijn gebleven sinds ze ontwikkeld werd, 2½ miljard jaar geleden. In feite is het recept voor ons, onze genen, exact dezelfde code en manier van noteren. Elk levend wezen is genoteerd in exact dezelfde set letters en dezelfde code.

   Eén van de dingen die ik deed -- gewoon voor de lol, is... ...we kunnen nu dingen opschrijven in deze code. En ik heb hier 100 microgram wit poeder, dat ik verberg voor beveiligingsmensen op vliegvelden. [Gelach] Maar hierin zit -- ik nam de code -- de code heeft standaard letters waarmee we die symboliseren -- en schreef mijn visitekaartje op een stukje DNA en vermenigvuldigde het 10 tot de 22e maal. Dus als iemand honderd miljoen stuks van mijn visitekaartje wil; ik heb genoeg voor iedereen hier, voor iedereen op de wereld, in feite. Het zit hierin. [Gelach] Als ik echt een egoïst was geweest, had ik het in een virus gestopt en in de ruimte verspreid.

   Wat was de volgende stap? Het opschrijven van het DNA was een interessante stap. Dat hield ze bezig gedurende nog eens miljard jaar. Maar toen was er een andere heel interessante stap waarin dingen totaal anders werden. Deze cellen begonnen informatie uit te wisselen, zodat ze gemeenschappen van cellen vormden. Ik weet niet of je dit weet, maar bacteriën kunnen DNA uitwisselen. Dat is bijvoorbeeld hoe antibiotische resistentie is ontstaan. Eén bacterie vond een manier om penicilline te vermijden en die communiceerde zijn DNA-informatie naar andere bacteriën, en nu hebben we veel bacteriën die resistent zijn tegen penicilline ...omdat bacteriën communiceren. Deze communicatie maakte het ontstaan van gemeenschappen mogelijk, die, in zekere zin, samen in één schuitje zaten; ze waren synergetisch. Dus ze overleefden of ze faalden samen, wat betekent dat in een succesvolle gemeenschap alle individuen van die gemeenschap meer vermenigvuldigden en evolutionair succesvol waren.

   Het omslagpunt kwam, toen deze gemeenschappen zo hecht werden dat ze feitelijk gezamenlijk besloten om het recept te noteren voor de hele gemeenschap op één keten DNA. En het volgende levensstadium duurde nog eens miljard jaar. In die periode hebben we meercellige gemeenschappen, bestaande uit veel verschillende typen cellen, die samenwerken als één organisme. In feite zijn wij zo'n meercellige gemeenschap. We hebben veel cellen die niet meer voor zichzelf gaan. Je huidcel is waardeloos zonder een hartcel, spiercel, hersencel enzovoort... Dus deze gemeenschappen ontwikkelden zich zodat het niveau waarop evolutie zich afspeelde niet langer een cel was, maar een gemeenschap genaamd 'organisme'.

   De volgende stap speelde zich af binnen deze gemeenschappen. Deze gemeenschappen van cellen begonnen weer informatie te vergaren. Ze bouwden speciale structuren die niets anders deden dan informatie verwerken in de gemeenschap. Dat zijn de neurale structuren. Dus neuronen zijn het informatieverwerkingsapparaat dat die gemeenschappen van cellen bouwden. Ze ontwikkelden specialisten en speciale structuren die verantwoordelijk waren voor het opslaan, begrijpen, leren van informatie. Dat waren de hersenen en het zenuwstelsel van die gemeenschappen. Dat gaf ze een evolutionair voordeel. Want in dat stadium kon een individu -- ... kon leren plaatsvinden binnen de tijdsspanne van één organisme, in plaats van over een evolutionaire tijdsspanne.

   Dus een organisme leerde bijvoorbeeld om een bepaalde fruitsoort te vermijden omdat die slecht smaakte en hij er ziek van werd. Dat kon nu binnen de levensduur van een enkel organisme, terwijl voordat ze deze speciale informatieverwerkingsstructuren bouwden, dit op evolutionaire wijze geleerd moest worden gedurende honderdduizenden jaren, doordat individuen doodgingen als ze die vrucht aten. Dus dat zenuwstelsel, het feit dat ze deze speciale informatiestructuren bouwden, versnelde het evolutieproces enorm. Want evolutie kon nu plaatsvinden binnen een individu. Het kon gebeuren in leer-tijdsschalen.

   Maar toen verzonnen de individuen trucjes om te communiceren. Bijvoorbeeld, de meest verfijnde versie die we kennen is de menselijke taal. Het is een ongelofelijke uitvinding, als je erover nadenkt. Hier heb ik een zeer gecompliceerd, warrig idee in mijn hoofd... Ik zit dan min of meer knorrende geluiden te maken, wat hopelijk een gecompliceerd, warrig idee in jullie hoofd oproept, dat er gelijkenis mee vertoont. We nemen iets zeer gecompliceerds, veranderen dat in geluiden, reeksen geluiden, en produceren iets zeer gecompliceerds in je hersenen. Dus hierdoor kunnen we beginnen te functioneren als een enkel organisme.

   In feite zijn wij, de mensheid, begonnen met abstraheren. We gaan door eenzelfde periode als die meercellige organismen -- en abstraheren onze methoden van optekenen, presenteren en verwerken van informatie. Dus bijvoorbeeld, de uitvinding van taal was een kleine stap in die richting. Telefonie, computers, videotapes, CD-ROMs, enzovoort... zijn onze gespecialiseerde mechanismen die we in onze gemeenschap hebben gebouwd voor het omgaan met die informatie. En deze dingen verbinden ons tot iets dat veel groter is, en veel sneller, en beter in staat te evolueren dan wij voorheen waren. Nu kan evolutie plaatsvinden op een schaal van microseconden. Je zag Ty's evolutionaire voorbeeldje waarin hij met evolutie speelde in het Convolutie-programma, vlak voor je ogen.

   Nu hebben we de tijdsschaal nogmaals versneld. De eerste stappen van het verhaal waarover ik het had duurden een miljard jaar per geval. De volgende stukken, zoals zenuwstelsels en hersenen, duurden enkele honderden miljoenen jaren. De daaropvolgende stappen, taal en zo, duurden minder dan een miljoen jaar. En deze volgende stappen, zoals elektronica, lijken slechts enkele decennia te duren. Het proces voedt zichzelf en wordt -- ik geloof dat auto-katalytisch het juiste woord is -- als iets zijn eigen tempo van verandering versnelt. Hoe meer het verandert, des te sneller verandert het. Ik denk dat we dat zien in de explosie van deze curve. We zien het proces zichzelf versterken.

   Ik ontwerp computers voor de kost, en ik weet dat de mechanismen die ik gebruik om computers te ontwerpen onmogelijk zouden zijn zonder recente ontwikkelingen in computers. momenteel ontwerp ik objecten met zulk een complexiteit dat ik ze onmogelijk op conventionele wijze kon ontwerpen. Ik weet niet wat elke transistor in de verbindingsmachine doet. Er zijn er miljarden. In plaats daarvan denken ik en de ontwerpers bij 'Thinking Machines' op enig niveau van abstractie, en dan geven we het aan de machine en die maakt het tot iets wat we nooit zouden kunnen, veel verder en sneller dan wij ooit zouden kunnen. Soms gebruikt ze methoden die wij niet eens begrijpen.

   Een bijzonder interessante methode die ik recentelijk veel gebruikte is evolutie zelf. Daarbij gebruiken we de machine voor een proces van evolutie dat zich op de schaal van microseconden afspeelt. Bijvoorbeeld: in de meest extreme gevallen kunnen we een programma ontwikkelen door te beginnen met een willekeurige serie instructies. Dus: "Computer, maak alsjeblieft honderd miljoen willekeurige instructie-reeksen. Dan draai al die willekeurige instructie-reeksen, draai al die programma's, en kies die die het beste voldeden aan mijn wensen." Dus met andere woorden, ik definieer wat ik wil. Stel ik wil getallen sorteren, als eenvoudig praktijkvoorbeeld. Dus: vind de programma's die het dichtst komen bij getallen sorteren.

   Uiteraard zullen willekeurige reeksen instructies niet snel getallen sorteren, dus geen van hen voldoet werkelijk. Maar één van hen heeft toevallig wellicht twee getallen in de juiste volgorde gezet. Dan zeg ik: "Computer, neem de 10% van de reeksen die het beste resultaat geven. Bewaar die. Dump de andere. Nu reproduceer de reeksen die getallen het beste sorteerden. Reproduceer ze via een proces van recombinatie dat analoog is aan seks." Twee programma's produceren kinderen door hun subroutines uit te wisselen, en de kinderen erven de eigenschappen van die gemengde subroutines. Dus nu heb ik een nieuwe generatie programma's die geproduceerd zijn door combinatie van alle programma's die iets beter presteerden. Dan zeg ik: "Herhaal dit proces." Beoordeel ze nogmaals. Introduceer wellicht wat mutaties. Probeer dat nogmaals voor nog een generatie.

   Elk van deze generaties ontstaat in enkele milliseconden. Dus ik kan het equivalent van miljoenen jaren van evolutie hierin, op de computer laten plaatsvinden binnen enkele minuten, of in de ingewikkelde gevallen, enkele uren. Aan het eind hiervan, heb ik programma's die absoluut perfect getallen sorteren. In feite zijn die programma's veel efficiënter dan programma's die ik zelf had kunnen schrijven.

   Als ik naar die programma's kijk, snap ik niet hoe ze werken. Ik heb geprobeerd er wijs uit te worden. Het zijn obscure, vreemde programma's. Maar ze doen hun werk. Ik ben er zeker van dat ze hun werk doen omdat ze uit een geslacht komen van honderdduizenden programma's die hun werk deden. Hun leven hing ervan af.

   Ik zat ooit in een 747 met Marvin Minsky, die een kaart tevoorschijn haalt en zegt: "O, kijk eens. Hier staat: 'Dit vliegtuig heeft honderdduizenden kleine delen die samenwerken om je een veilige vlucht te bezorgen.' Geeft je dat geen zeker gevoel?"

   We weten dat het technische ontwerpproces niet erg goed werkt als het gecompliceerd wordt. Dus beginnen we op computers te vertrouwen voor een proces dat heel anders is dan technisch ontwerp. Daarmee kunnen we veel gecompliceerder dingen maken dan we met normaal technisch ontwerp kunnen. Toch begrijpen we niet echt de opties die het geeft. Dus in zekere zin haalt het ons in. We gebruiken nu die programma's om veel snellere computers te maken zodat we dit proces veel sneller kunnen uitvoeren. Het versterkt zichzelf dus. Het wordt steeds sneller en daarom lijkt het denk ik zo verwarrend. Omdat al deze technologieën zichzelf versterken. We worden gelanceerd.

   En we zitten op een tijdstip dat analoog is aan toen eencellige organismen veranderden in meercellige organismen. Dus wij zijn de amoebes en we kunnen niet bedenken wat dit ding is dat we creëren. We zitten precies op dat punt van transitie. Maar ik denk dat er echt iets na ons gaat komen. Ik denk dat het erg hoogmoedig is om te denken dat wij het eindproduct van evolutie zijn. En ik denk dat wij allemaal deel zijn van de creatie van dat nieuwe ding. Maar nu gaan we lunchen, dus ik denk dat ik het hierbij laat, voordat ik weg geselecteerd word.

Danny Hillis’TED1994 Back to the future (of 1994)*

 

 

 

Naast alle zijpaden die ze tijdens haar zoekacties insloeg, werkte Amanda gestaag aan haar stukje over haar eiland dat ze steeds beter leerde kennen. Dit is wat ze ondertussen op papier had gezet.

 

Het lot van de 21e eeuwse eilandbewoners is minder wreed dan dat van de oorspronkelijke Arowakken, die door de Europese kolonisten met virussen of vuurwapens werden uitgeroeid. De huidige Barbadanen weten tenminste waar ze aan toe zijn, die kunnen er nog wat aan doen. Luidkeels om hulp roepen als een massa aangespoelde drenkelingen. Of zelf het initiatief nemen en naar hoger gelegen land afreizen. Al zullen de meesten zich lijdzaam onder-werpen aan de vernedering die ze al generaties ondergaan.

   Van over de hele wereld komen rijke mensen van hun vakantie genieten op een eiland dat niets heeft. Geen bezienswaardigheden, alleen strand. Geen weelderige natuur, alleen strand. Geen bergenhoge vergezichten, alleen strand. Geen musea vol met kunstschatten, alleen strand. Geen vulkanen, geen jungle, geen middeleeuwse kastelen en imposante kathedralen. Alleen zestig witte stranden.

   Voor de rode sproetkoppen die hier al generaties lang proberen rond te komen zit er weinig anders op dan hun ziel verkopen aan Obeah of hopen op een Godswonder. Ik heb het over de nakomelingen van Ierse contractarbeiders die, voordat hier de slavenhandel op gang kwam, de misoogsten en hongersnood aan gene zijde van de oceaan ontvluchtten om hier te overleven. Daar zijn ze klaarblijkelijk in geslaagd al werden de beloften over onderwijs, medische zorg en katholieke kerkdiensten nooit ingelost. Hun schamele onderkomens zijn nagenoeg dezelfde als driehonderd jaar geleden en voor hun geestelijke en lichamelijk nood zijn ze overgeleverd aan medicijnmannen en –vrouwen wier invloed elke godsdienst hier domineert. Hun voorouders hadden voor zeven, hooguit tien jaar getekend – dit in tegenstelling tot de roetslaven die levenslang bezit bleven van de plantagehouders – maar hun ‘vrijheid’ stelde hen geenszins in staat om voor zichzelf te beginnen. Alle grond behoorde toe aan Engeland. Ze waren slechter af dan de meeste slaven want die werden tenminste nog in leven gehouden. Er was immers geïnvesteerd.

 

Onder leiding van Oost Europese maffioso en                                       beschikken ze over genoeg middelen om

 

 

Tot zover.

 

Ik vraag me af of ik Annelies nog een berichtje moet sturen. Dat ik haar mail heb gelezen. Maar dan moet ik wel iets doen aan dat oubollige plaatje van honderd jaar geleden. Ik moet niets meer hebben van die ambiguïteit. Ik ben volwassen. De toekomst, dat is waar het om gaat! De dingen die ik doe worden bepaald door wat nog moet gebeuren. 

 

       

AMANDA           @Mandalisa  

 

Ik ben het afgelopen jaar, geloof ik, een stuk slimmer geworden. Hoe meer ik weet, des te beter weet ik wat me te doen staat. En kennis kan ik ook doorgeven. Dat is zinvol. Wat voor symbool zou daarbij passen? Een vrucht van de boom der kennis? Dan moeten de pitten te zien zijn. De zaden van de boom der kennis. Ik zie je gauw!

 

Zo, twee vliegen in één klap. Daar zal ze van opkijken. Ze zal wel denken, “die Mandy, die was toch altijd van de seks, drugs en rock & roll? En nu lijkt ze wel een geëngageerde soccerpot.” Nou, lesbisch ben ik niet, vraag maar aan Alejandro. Die heeft liever vrouwen onder zich dan ‘on top’. Hij is een ouderwetse stijfkop, beschamend conservatief, maar oh… wat een temperament!

   Van damesvoetbal moet-ie niets hebben, dat is voor homo’s. Vroeger heeft-ie zelf nog bij het nationale elftal gespeeld, zegt-ie. In 1994 zou hij hebben voorkomen dat Granada een eigen doelpunt maakte. Daar begreep ik niet zoveel van maar dat kwam volgens hem omdat ik een vrouw ben. Alleen mannen kunnen winnen door in eigen doel te schieten.

   En nu wil ik een augurk met slagroom. Of voetbaltaart?  

 

 

 

 

Als er iets is dat de COVID-19-pandemie duidelijk heeft gemaakt, is het de grote ongelijkheid tussen sport voor mannen en vrouwen. De Engelse voetbalbond FA heeft ooit beloofd de toegankelijkheid voor vrouwen in het voetbal te verbeteren om vervolgens die belofte onmiddellijk weer tegen te spreken.

 

Vorige maand nog [oktober 2020] openbaarde de FA een vierjarenplan voor het Engelse vrouwen-voetbal. Onder de leus ‘Inspirerende positieve verandering’ werd geschetst welke veranderingen er in 2024 moeten zijn doorgevoerd. Met dit ambitieuze plan wilde men de voornaamste obstakels wegnemen die deelname van vrouwen aan het Engelse voetbal verhinderen. Het was de bedoeling om elk meisje in de basisschoolleeftijd gelijke toegang te verlenen tot het voetballen op school en in clubs als jongens, of het nou om amateurvoetbal of om competitie in de hoogste klasse ging.

   Op school zou voetballen voor meisjes worden geïmplementeerd in het curriculum en tijdens de naschoolse opvang. In het clubcircuit zou elk meisje de gelegenheid krijgen om aan een zogenaamd Wildcats-programma deel te nemen. Meisjes van vijf tot elf jaar zouden dan de kans krijgen om regelmatig te komen spelen zodat ze de sport konden uitproberen.

   In samenwerking met de clubs zou de FA ook een effectief hoogwaardige, gender neutrale spelersgerichte route ontwikkelen, toegespitst op het creëren van een professionele sportcompetitie voor vrouwen zoals die nog nergens ter wereld bestaat. Het plan betrof eveneens verbeterde ontwikkelingsmogelijkheden voor vrouwelijke scheidsrechters en trainers.

   De FA liet in eerder september al weten dat ze sinds januari “precies hetzelfde” aan wedstrijdvergoedingen en bonussen aan de nationale en internationale heren- en damesteams had betaald, gevolgd door de belofte in oktober om meisjes op alle niveaus gelijke toegang tot voetbal te geven als jongens.

   Je begrijpt de teleurstelling toen bij het ingaan van de tweede lockdown werd onthuld dat de vrouwenafdelingen van de sportacademies en regionale talentenclubs hun activiteiten moesten opschorten. Dat was nog tot daaraantoe geweest als het om een algemene regel was gegaan, als het te onveilig werd geacht voor het gehele jeugdvoetbal. Maar de jongens konden gewoon doorgaan.

   Volgens de Engelse overheidsrichtlijnen moet elk sporttalent van zestien jaar of ouder kunnen blijven sporten. Het besluit van de FA is hiermee in strijd wat de schorsing van het meisjesvoetbal nog verbijsterender maakt.

   De FA beweerde in een krantenartikel dat de vrouwenafdelingen van de sportacademies en de regionale talentenclubs “niet voldoen aan de noodzakelijke ‘elite’-protocollen”. Inderdaad, meisjes mogen pas legaal worden gecontracteerd door een damesclub als ze achttien zijn en worden tot dan als dribbelspelers beschouwd. Toch heerst ook bij de regering verwarring over het besluit van de FA.

   Prominenten uit de sportwereld hebben hun kritiek niet onder stoelen of banken gestoken en sommige clubs hebben hun jeugdspelers naar het eerste team gepromoveerd om ervoor te zorgen dat ze deze maand kunnen spelen. Het voorkomt dat schorsing van de vrouwenafdelingen het vrouwenvoetbal belemmert. Meisjes zouden anders minstens een maand coaching en training missen en wellicht zelfs langer als de lockdown voortduurt. Vervolgens komt hun voortgang als speler op losse schroeven te staan.

   Natuurlijk was een schorsing ter bescherming van de volksgezondheid als een noodzakelijk kwaad gezien als het voor zowel de vrouwelijke spelers en coaches als hun mannelijke tegenhangers had gegolden. Maar die laatsten mochten gewoon doorgaan.

   Afgezien van de negatieve impact op het vrouwenspel is de beslissing van de FA rechtstreeks in tegenspraak met haar eigen strategie die pas drie weken geleden werd vrijgegeven. Het toen gepresenteerde vierjarenplan is onmiskenbaar slecht van start gegaan. In weerwil van de herhaaldelijk gebruikte slogan “gelijke toegang” is er niets gelijkwaardigs aan het sluiten van de meisjesafdelingen van de sportacademies en regionale talentenclubs terwijl de jongens doorgaan. Hoe verwacht de FA trouwens de beste damesvoetbalcompetitie ter wereld te creëren of in de komende vier jaar de leeuwinnen een trofee te zien winnen als jong talent geen eerlijke kans krijgt om zich te ontwikkelen? De situatie herinnert ons eraan dat er ondanks aanzienlijke verbeteringen in de afgelopen jaren nog veel moet worden gedaan om ervoor te zorgen dat het heren- en damesvoetbal op voet van gelijkheid komt te staan. En dat dat geldt op alle niveaus, ook voor dribbelspelers en aankomende talentjes.

Nancy Gillen voor insidthegames.biz

 

 

Toekomstige gebeurtenissen zijn van invloed op het verleden. Dat heet terugkoppeling. Gebeurtenissen in de toekomst kunnen het verleden veranderen. Feedbackmechanismen kunnen een voortschrijdende (sneeuwbaleffect) of terugkerende (thermostaat) invloed hebben, levende wezens danken er hun bestaan aan, het superorganisme gaia maakt daarop geen uitzondering (daisyworld). We weten wat ons te doen staat omdat we weten wat ons te wachten staat. ‘Niet weten’ is echter de norm. Baden in onwetendheid is allerminst onschuldig.

   Het dilemma tussen individuele vrijheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid pakt uiteindelijk altijd uit in het voordeel van de groep. Geen dictatuur houdt eeuwig stand. Geldelijk gewin verliest het van solidariteit. Dat is inherent aan ons sociale wezen.

Volgens de Amerikaanse godsdienstwetenschapper Elaine Pagels huist de zin van het bestaan in onze verbeelding, veroorzaakt door angst en verlangen. Oftewel HOOP (in: Bas Heijne. Leugens & Waarheid. Prometheus, 2021). Hoop is de motor van het menselijk gedrag. En de beste brandstof is een plaatje (icoon), dat zegt meer dan duizend woorden.

Klimaatactiviste Greta Thunberg, 16, richtte zich maandag 23 september 2019 op de Klimaattop (U.N. Climate Action Summit) van de V.N. in New York City. Hier is het volledige afschrift van Thunbergs toespraak, beginnend met haar antwoord op een vraag over het bericht dat ze voor wereldleiders heeft:

Mijn naam is Greta Thunberg. Ik ben 15 jaar oud. Ik woon in Zweden. Ik spreek namens Climate Justice Now. Veel mensen beweren dat de Zweden maar een onbeduidend volk zijn zonder enige rol van betekenis. Maar ik ben erachter gekomen dat niemand onbeduidend genoeg is om er niet toe te doen. En als een paar kinderen over de hele wereld voorpaginanieuws worden door alleen maar niet naar school te gaan, stel je dan eens voor waar we echt toe in staat zijn. Maar daarvoor moeten we ons duidelijk uitspreken, ongeacht hoe ongemakkelijk de boodschap is. Jullie hebben het alleen maar over eeuwig duurzame economische groei omdat je als de dood bent voor onpopulaire maatregelen. Jullie blijven doorgaan met dezelfde waanzin die ons in deze ellende heeft gestort terwijl de enige slimme zet is om keihard op de rem te trappen. Jullie hebt het lef niet om de waarheid onder ogen te zien. Zelfs dat laat je over aan ons, de kinderen. Mij kan het niet schelen of niemand mij aardig vindt of niet. Zolang ons klimaat en het leven op aarde maar recht wordt gedaan. Onze beschaving wordt opgeofferd zodat een handjevol mensen hun zakken kunnen vullen met een gigantische berg geld. Onze biosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen zoals het mijne een luxe leven kunnen leiden. Velen moeten lijden voor het luxe leventje van enkelen. In 2078 wordt 75. Als ik kinderen krijg zullen ze dan misschien bij me zijn. Wellicht zullen ze me dan naar jullie vragen. Wellicht zullen ze vragen waarom jullie niets deden toen het nog kon. Jullie beweren dat je je kinderen boven alles liefhebt en toch beroven jullie hen pal voor hun ogen van hun toekomst. Er is geen hoop, zolang jullie je niet richten op wat er werkelijk moet gebeuren in plaats van op politieke haalbaarheid. We kunnen geen crisis beëindigen als we hem niet als een crisis behandelen. We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten zitten en we moeten ons concentreren op een rechtvaardige verdeling. En als het onmogelijk is om oplossingen binnen het bestaande systeem te vinden, moeten we wellicht het systeem zelf veranderen. We zijn hier niet naartoe gekomen om wereldleiders te vragen zich zorgen te maken. Jullie hebben ons eerder genegeerd en dat zullen jullie nu wel weer doen. We hebben geen excuses meer en onze tijd zit erop. We zijn hier naartoe gekomen om te laten weten dat dingen gaan veranderen, of je het leuk vindt of niet. De ware macht is aan het volk. Dank u.

 

Yuri Chaika is de procureur-generaal van de Russische Federatie. Sinds hij in 2006 die functie kreeg, heeft hij geen enkel groot onderzoek afgerond. Chaika (zeemeeuw) is meer dan een talentloze, matige hoogwaardigheids-bekleder. Hij is de personificatie van een typische moderne protagonist – een vertegenwoordiger van de huidige Russische staatsmaffia. Mikhail Zygar, de voormalige hoofredacteur van Rain – het enige onafhankelijke tv-kanaal in Rusland – schreef over de rol van het openbaar ministerie in zijn boek All Kremlin Warrior Host. Hij schrijft: "Het openbaar ministerie werd een voorbeeld van politiek vrijwilligerswerk. Het voerde de politieke wil van het Kremlin uit op de meest brute en bruuske manier, en nam daarbij vaak de nuances van mensenrechten niet in achting. In de aanloop naar regionale verkiezingen klaagde het openbaar ministerie altijd ongewenste kandidaten aan en deed het alles om ervoor te zorgen dat ze de verkiezingsdag niet haalden. Het openbaar ministerie werd een gevestigde en goedlopende onderdrukkingsmachine." Sinds het begin van deze eeuw wordt een paradoxaal systeem van werknemersselectie gehanteerd in het Russische leger en bij justitie – sinds Poetin aan de macht kwam dus. Eerlijke aanklagers, agenten en rechters zijn niet winstgevend of handig in het huidige rechtssysteem. Maar er is grote vraag naar mensen die weten hoe ze moeten gehoorzaken en bereid zijn om een criminele zaak te beginnen tegen iedereen die in de weg staat. Ik zat in de gevangenis in dezelfde vleugel als een voormalige rechercheur. Ze was rechercheur geworden uit een misplaatst verlangen om goed te doen, omdat ze als kind veel films had gezien over goede politieagenten. Ze werd naar de gevangenis gestuurd door haar ex-man, die een politieagent was. In de jaren negentig had ze geholpen om zaken op te lossen om mensen te redden van corrupte agenten en aanklagers, en daar werd ze gelukkig van. In 2003 ging ze weg bij de politie omdat het werk niet meer interessant was voor haar. Er werd geen intern onderzoek meer gedaan, en alleen gehoorzaamheid en loyaliteit aan superieuren werden gewaardeerd – inclusief de bereidheid om de wet te overtreden als je daar opdracht tot kreeg.
Nadya Tolokonnikova (Pussy Riot) over Chaika
 
DE REDLEGS VAN BARBADOS door Edward T. Price

Arme blanken horen niet thuis in een koloniale wereld van blanke meesters en gekleurde arbeiders. Ze vallen niet alleen op als anomalieën, maar zullen het waarschijnlijk moeilijk hebben om te overleven in een samenleving die geen niche voor hen heeft, die ervan uitgaat dat ze niet bestaan. De arme blanken op de andere eilanden van de Kleine Antillen, beschreven door Grenfell Price1, leven meestal in afzonderlijke nederzettingen met een zekere mate van economische zelfvoorziening - maar Barbados biedt dergelijke kansen niet. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de eens zo talrijke Redlegs als groep op Barbados vrijwel verdwenen zijn.

   De term "Redleg" op Barbados verwijst waarschijnlijk naar de zonnebrand die wordt opgepikt door mensen met een lichte huid op zonnige breedtegraden. De naam vestigde oorspronkelijk mijn aandacht op de groep vanwege het feit dat het in South Carolina af en toe wordt gebruikt om te verwijzen naar een gemengde bloedgroep (en dat impliceert waarschijnlijk Indiaas bloed). Aangezien South Carolina werd bewoond door Barbadianen, had ik aan de mogelijkheid gedacht dat de twee Redleg-groepen, elk een abnormaal proletariaat in een multiculturele samenleving, verwant zouden kunnen zijn . Ik heb hiervoor geen concreet bewijs gevonden, maar denk dat het mogelijk is dat de naam op de twee plaatsen een gemeenschappelijke oorsprong had. Er wordt gezegd dat het in Schotland gebruikelijk is om de kilted highlanders te beschrijven, maar ik heb niet gevonden wanneer het voor het eerst werd gebruikt in Barbados of South Carolina. De Barbados Redlegs worden ook wel Redshanks en Scotland Johnnies genoemd (sommigen van hen wonen in het heuvelachtige Scotland District van het eiland ). De Redlegs zijn de overlevenden van de blanke immigratie naar Barbados in de zeventiende eeuw. Suiker werd begin 1640 commercieel geïntroduceerd en bleek zo winstgevend dat het al snel alle andere gewassen overtrof. De bevolking groeide snel met de rekrutering van arbeiders in Groot-Brittannië en Ierland en de invoer van Afrikaanse slaven. Fragmenten uit een dagboek uit 1654 illustreren de destijds overheersende thema's:

   “this Iland is the Dunghill whereon England doth cast forth its rubidg . . . manured the best of any Iland in the Inges . . . . But it maintains more souls than any piese of land of the bigness in the wordell".

   “Indentured servants came in number; if they survived the merciless treatment. they might receive a few acres for their own at the expiration of the contract. Sometimes the recruiting was forceful: men were shanghaied or, in the language specific to the day and place, "barbadoed." Political prisoners were sent to Barbados, especially during the Civil War and after the Bloody Assizes of 1685. 3 Prison...” [slechte fotokopie laatste regel op pagina ontbreekt].

 

Tijdens de zeventiende eeuw waren veel van de boerderij-eenheden klein, en er waren minder Europeanen dan slaven, maar de bloeitijd van de kleine eigenaar ging teloor door de bloeiperiode van suikergewassen op de maagdelijke bodems. Vóór 1700 raakten de blanken zo verontrust over het toenemende overwicht van negerslaven in het licht van de blanke emigratie, dat er wettelijke maatregelen werden genomen om de heerschappij op het eiland in stand te houden . Elk suikerlandgoed moest een lakei onderhouden voor elke 20 acres en een ruiter voor elke 40 acres (de verhouding lijkt van tijd tot tijd te variëren). De aldus voorgeschreven militieleden kregen elk een huis en een klein stuk land op het landgoed.

De strijdkrachten kwamen weinig in actie om de orde op Barbados te handhaven, maar werden verschillende keren opgeroepen om te helpen bij aanvallen op de andere koloniën. Naarmate de militaire activiteit afnam, nam ook de verantwoordelijkheid van de militie af. Verzekerd van een minimum aan levensonderhoud van hun twee hectare en met weinig mogelijkheden om hun posities te verbeteren, ontwikkelden de militieleden en hun families zich tot een ambitieuze groep. Ze werden dus bijna universeel beschreven door reizigers uit de achttiende en negentiende eeuw, die ook enkele van de gevoelens onthulden die de Redlegs als volk onderscheidde.

   George Washington, die het eiland in 1751 bezocht, schreef: "Every Gentn. is oblig'd to keep a white person for ten Acres capable of acting in the Militia and consequently those persons so kept cant but (be) very poor."

   George Pinekard verwees in 1806 naar een talrijke klasse van inwoners tussen de grote planters en de mensen van kleur, mensen die zo lang hadden geleefd op het eiland dat ze het als hun eigen woonplaats beschouwden en niet naar Engeland op zoek waren voor een betere leefplek, merkte hij met verbazing: "They obtain a scanty livelihood by cultivating a small patch of earth, and breeding up poultry, or what they term stock for the market."

   HN Coleridge rapporteerde in 1834 over deze speciale klasse van bestaande mensen " . . . . in consequence of the large white population" and who had "an indefeasible interest for their lives in a house and garden . . . . They owe no fealty to the landlord, make him no acknowledgement, and entertain no kind of gratitude towards him . . . . They will walk half over the island to demand alms, or depend for their subsistence on the charity of slaves . . . . Yet they are as proud as Lucifer himself, and in virtue of their freckled ditchwater faces consider themselves on a level with every gentleman in the island."'

   Sir Andrew Halliday merkte in 1834 op dat een overblijfsel van de 'afstammelingen van de eerste blanke arbeiders' nog steeds bestonden en 'bekendstonden als de meest luie, onwetende en brutale bedelaars die ooit in welke gemeenschap dan ook werden getolereerd.’

   Emancipatie van slaven in 1834 bracht een snelle beëindiging van de status van het militievolk, die een eeuw had geduurd ......... [ slechte fotokopie - laatste regel op pagina ontbreekt] handhaven orde. De suikerplantages hadden de vrijgelatenen in dienst, die op Barbados geen alternatief hadden; in andere koloniën trokken de vrijgelatenen vaak de wildernis in of gingen er in eigen land op uit, maar al het bruikbare land in Barbados was al eigendom van en werd in cultuur gebracht.

   Ongeveer 2.000 blanken uit de militieklasse zijn naar schatting op de landgoederen afgezet. Deze mensen gingen niet deelnemen aan het enige duidelijke type werkgelegenheid - werken met negers in arbeidersbendes. Velen vestigden zich in de dorpen van de armere en meer afgelegen bovenwindse kant van het eiland, leefden van allerlei klusjes en verwierven een reputatie als beroeps paupers.

   Tussen 1859 en 1879 had de regering belangstelling voor de benarde toestand van de Redlegs en werden hierover een aantal rapporten opgesteld. In een rapport van de Poor Relief Commission staat: 'De blanke paupers hebben in de regel hogere pensioenen dan de zwarten en kleurlingen - er is meer armoede – en soms, hoewel ze in staat zijn om te werken, krijgen ze een pensioen, omdat ze zeggen dat ze geen werk kunnen vinden. Ze beschouwen zichzelf te goed voor het werk en bijna gelijk aan hun werkgever. " Een onafhankelijke waarnemer uit dezelfde periode zei:" De allerarmste en meest ellendige mensen op het hele eiland zijn blanken. "

   De fysieke toestand van de Redlegs was net zo zielig als hun John Davy. Die merkte op dat de arme blanken meer op albino's leken dan op Engelsen wanneer ze werden blootgesteld aan de tropische zon. Hij beschreef ze als ziekelijk wit of lichtrood van kleur en merkte tekenen van zwakheid op. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de Rockefeller Foundation sponsor van een mijnwormonderzoek in Barbados, waaruit bleek dat er in de arme bovenwindse parochies een zeer hoge mate van infectie was; de ziekte werd vooral opgemerkt onder de arme blanken die de effecten ervan vertoonden in diepe bloedarmoede en gebrekkige groei. In een gedetailleerd verslag afkomstig van een privépoging om de Redlegs te helpen staat het volgende. Een inwoner van St. Philip, uit de zuidoostelijke parochie, die stierf in 1857, verliet zijn woning en landgoed om een school op te richten voor de kinderen van arme blanken die in die parochie woonden; maximaal 36 kinderen werden voorzien van onderwijs, boeken en twee pakken kleding per jaar. De school functioneerde in de loop van de jaren continu, maar werd uiteindelijk in 1949 gesloten omdat er vrijwel geen arme blanken meer waren in St. Philip. Het geld dat beschikbaar was voor de school werd gebruikt om beurzen te verstrekken aan geschikte kinderen van beide rassen.

   Nu zijn de Redlegs zo goed als verdwenen. Kans op werkgelegenheid in de stad Bridgetown (80.000 inwoners ) was ongetwijfeld de voornaamste oorzaak om weg te trekken uit de landelijke gebieden [slechte fotokopie - laatste regel van pagina ontbreekt] financieel succes en erkenning.

   Bridgetown heeft tegenwoordig veel arme blanken en het is zeer waarschijnlijk dat ze uit de oude Redlegs-klasse komen. Slechts een paar honderd Redlegs overleefden in de negerdorpen van de bovenwindse parochies. Je kunt ze zien terwijl ze langs de wegen lopen of werken als snelwegpersoneel en ze leven op vrijwel dezelfde manier als de gekleurde dorpelingen. Sommigen huwen onderling, maar de meeste overlevenden hebben een raciale trots en een zekere afstandelijkheid ten opzichte van de negers met wie ze zo dicht bij elkaar leven.

   Het verslag van de Redlegs zou eindigen met hun virtuele verdwijning op Barbados als de negentiende-eeuwse pogingen om hen te hervestigen geen vruchten hadden afgeworpen . Na onderzoek van hun toestand trof de gouverneur in 1859 regelingen om enkele honderden van hen naar een ander eiland te verplaatsen , maar het plan mislukte toen het Huis van Afgevaardigden weigerde het geld toe te eigenen om ze te vervoeren. Een paar jaar later regelde een van de parochierectoren echter iets met een landgoedeigenaar op St. Vincent om een aantal van de Redlegs naar dat eiland te vervoeren . Andere families volgde de goede berichten van de eerste, blijkbaar zelfstandig, zodat tegen 1870 zich drie- of vierhonderd vestigden in de wijk Dorsetshire heuvel, St.Vincent. Vanaf het moment dat ze werden gerapporteerd als grondbezitters, bosbouwers, houtskoolbranders, bewerkten ze het land tot de vruchtbaarheid uitgeput was en dan verhuisden ze weer. Blijkbaar bleef de vergankelijke aard van deze land-bouw niet bestaan, want Dorsetshire Hill is nu een compacte, dichtbevolkte en intensief gekweekte nederzetting van waarschijnlijk 300 blanken van Barbadiaanse afkomst. Net voorbij de buitenwijken van Kingstown aan de zuidkant van het eiland, beslaat de Dorsetshire Hill-gemeenschap een stuk steile bergkammen bedekt met diepe, brokkelige grond. Het land is net zo netjes bewerkt in voedselgewassen en weilanden als welk land dan ook. Huizen zijn klein, maar ver boven de West-Indische maatstaven in zowel grootte als netheid. De gemeenschap heeft haar isolement behouden met zeer weinig gemengde huwelijken. De meeste van de inwoners hebben een van de zes gemeenschappelijke achternamen: Davis, Gibson, Hinkson, Marshall, Medford, Bradshaw. De gemeenschap heeft een eigen school en een anglicaanse kerk (het katholicisme overheerst op St. Vincent). Jarenlang lijkt er geen ruimte voor groei te zijn geweest; emigratie heeft in een aantal gevallen kolonisten naar de Verenigde Staten en Canada gebracht. Ook twee andere kolonies van Redlegs op de Bovenwindse Eilanden hebben duidelijk de moedergroep op Barbados overleefd, maar de nederzettingen in Grenada en Bequia hebben hun isolement niet zo goed behouden als de Dorsetshire Hill-gemeenschap. Geen van deze drie kolonies laat zien dat de gedegradeerde, depressieve en ...[slechte fotokopie - laatste regel pagina ontbreekt] afzonderlijke nederzettingen moesten vormen op de minder dichtbevolkte eilanden.

   De kolonie Bequia werd als een mislukking beschouwd, maar een aantal families, misschien wel honderd mensen, wonen nog steeds op Pleasant Hill boven Port Elizabeth. Dit heuvellandschap op Bequia is zowel droog als steil voor de beste landbouw, maar op terrasvormige velden wordt een verscheidenheid aan voedselgewassen verbouwd. De scheepvaart is waarschijnlijk van groter belang voor de kolonie. Sommige mannen exploiteren schoeners tussen de eilanden en de meeste families delen via familiesyndicaten in het eigendom van de schepen. Familienamen zijn Gooding, Davis en King. Ook hier heeft aanzienlijke emigratie naar Noord-Amerika plaatsgevonden.

   De Mt. Moritz-nederzetting in Grenada, in de heuvels met uitzicht op de kust, twee of drie mijl ten noorden van St.George's, heeft nog een groep blanken uit Barbados. Hoewel ze begonnen te trouwen met de negers, telt de gemeenschap waarschijnlijk de meeste ongemengde blanken die op het eiland te vinden zijn. De leidende namen in de gemeenschap zijn Edwards, Dowding, Harris, Graves en Medford. Deze families zijn waarschijnlijk sinds de jaren '70 op Grenada geweest , hoewel geen enkel huidig lid van de kolonie in staat lijkt om een specifiek verslag van de oorsprong te geven. Ze zijn ook cultureel verschillend van de Grenadianen. De negers herkenden hen als een bijzondere groep die met nieuwsgierigheid of angst moest worden bekeken.

   De spraak van de Mt. Moritz-mensen is gemakkelijk te begrijpen voor een Amerikaan (geldt voor de meeste Barbadianen) terwijl de spraak van de neger-Grenadianen vaak niet verstaanbaar is.

   De Barbadianen hebben een reputatie opgebouwd als ijverige groentetelers, terwijl de rest van het eiland boomgewassen (cacao, nootmuskaat – die vreemd genoeg beschouwd worden als luie landbouw) of suiker produceert.

   De Mt. Moritz-blanken zijn bijzonder trots op de manier waarop ze een helling cultiveren, waarbij hun tuinen met rijen kleine bassins worden doorkruist om bodemerosie te voorkomen; deze percelen hebben het aspect van een fijn getextureerde versie van het Barbados-gatenpatroon voor suikerriet, dat hoogstwaarschijnlijk hun prototype is.Veel. Mt. Moritz-mensen hebben nu banen in St. George's. De gemeenschap omvat waarschijnlijk 200 ongemengde blanken. De school in 1956 telde 154 ingeschrevenen, van wie ongeveer een derde blank bleek te zijn.

   De mensen op Grenada worden nog steeds erkend als Barbadianen en zelfs negers die in de gemeenschap leven, worden waarschijnlijk "Bajans" genoemd.

   Van de drie beschreven kolonies en de oorspronkelijke groep op Barbados, wordt een groot aantal achternamen als kenmerkend voor Redleg-families beschouwd. Elk van de bovenwindse parochies op Barbados lijkt zijn eigen namen te hebben. Een paar van de namen hebben [slechte fotokopie - laatste regel van pagina ontbreekt].

   De Redlegs zouden soms volledig zijn voortgekomen uit de deportaties na de Monmouth-opstand uit 1685, maar de namen van Redleg komen eigenlijk niet voor op Hotten's lijst van gedeporteerden. Het is duidelijk dat alle Redlegs zijn voortgekomen uit de gehele Britse immigratie naar Barbados tijdens de zeventiende eeuw en dat ze zich ontwikkelden als een aparte groep vanwege de beperkte (en hier wettelijk geboden) kansen in een gelaagde samenleving. Hun verdwijning op Barbados is mogelijk gemaakt door een toename van de sociale mobiliteit die minder goed wordt geboden in de kleinere steden Grenada, St. Vincent en Bequia.